De herfstwandeling
2015
Wandeling
in en om Thorhem (Doorn)
Wikipedia over Doorn:
~~~
"In een document
uit de periode 885-896 wordt de nederzetting "Thorhem" genoemd,
woonplaats van dondergod Thor (Groenedijk, 2000). Vikingen gelegerd
bij Dorestad, het huidige Wijk bij Duurstede, noemden de plaats zo
omdat de dondergod er vereerd zou worden. Inderdaad wijzen archeologische
opgravingen in een heideveldje op het noordelijk van Doorn gelegen
landgoed Hoog Moersbergen op resten van een heidense offerplaats."
~~~
Doorn en omgeving
was de plek waar dit jaar op zaterdag 24 oktober de herfstwandeling
van NH plaatsvond.
Elvar was de organisator
van ons cultuur- en natuursnuif wandeluitje. We hadden een heerlijk
herfstzonnetje, een prachtige lommerrijke omgeving en een geïnspireerde
wandelbegeleider (Elvar), die zijn wandeling tot in de puntjes voorbereid
had, en vol overgave vertelde over de geschiedenis van zijn woonomgeving.
De heidense horde
bestond dit keer uit 18 mannen en vrouwen, een kindje en 2 honden. De
wandelaars waren: Elvar, Wagenaar, Axnot, Vincent, Hrod, Gerard, Boppo,
Ingeborg, Roy, Elisabeth, Arnissa, Arianne en Barbarossa en hun kleine
man, Esther, Gijsbrecht, Thornack, Anne en Bernhard. Barbarossa en Arianne
waren niet te benijden, hun kleine kerel kon nog niet de volledige vijftien
kilometer wandelen, en moest dus in een buggy door het rulle zand voort
geduwd worden! Petje af voor het volbrengen van dat heidens karwei.
Startpunt van onze
wandeling was het oude Maartenskerkje in het centrum van Doorn. Tijdstip
11:00 uur. Naast het kerkje staat trouwens het standbeeld van de Friese
schrijver Simon Vestdijk, die in 1939 in Doorn was gaan wonen. Van Vestdijk
is ook de uitspraak „Zonder Donar en de keizer zou Doorn er nu niet
meer zijn". Elvar zou later voor het 'kasteeltje' van keizer Wilhelm
enkele bladzijden uit het werkje van Vestdijk (Het dorp van de Donder)
voordragen.
Aan de buitenzijde van het kerkje uit 1180 is een van de mooiste 'noormannenpoortjes'
van Nederland te zien. Bijzonder zijn de twee nissen links en rechts
van het dichtgemetselde poortje, en de rode sluitsteen boven de poort
met de ruitvormige symboliek (zie plaatje onder).
Naast de kerk is
overigens een kolossaal groot modern gebouw neergezet waar wekelijks
het feest van de democratie gevierd wordt: het gemeentehuis. Onbegrijpelijk
dat in het historische centrum van dit kleine dorpje dit moderne moloch
neergezet is! Onze reisleider had geregeld dat de deur van het kerkje
van het slot was, waardoor we ook de binnenkant van het kerkje konden
bekijken. In het mooie, nu protestantse, hallevormige gebouwtje was
niet zoveel middeleeuws meer te zien. Het doopvont leek mij een replica.
Enkele brokstukken van oude grafplaten lagen nog in de vloer gemetseld.
Helaas bleef de toren voor ons gesloten, en wij vervolgden onze wandeling
naar Huis Doorn en het park.
Onder de keizerskroon
lopen we het landgoed van de keizer Wilhelm II op. De afgezette Duitse
keizer woonde er van 1920 tot zijn dood in 1941. We staan even stil
bij de kapel, lopen langs het poortgebouw naar de rozentuin. Een prachtige
plek, waar volgens Elvar nooit een kip komt. We bezichten het pprachtige
Huis Doorn,
en lopen langs het
mausoleum waar de keizer opgebaard ligt. Door een raam kun je de kist
zien staan. We lopen verder door het park en komen langs de oude ijskelder
van Huis Doorn, waar tegenwoordig de vleermuizen van hun dagrust genieten.
Daarna steken we de Dorpsstraat over want we willen via de Drift naar
het bos waar in een halve maanvorm een groep grafheuvels liggen. Dit
is een bijzondere plek waar op een heuvelachtig terrein, tussen oude
beukenbomen een rij grafheuvels ligt. Bij een stokoude afgeknapte beuk,
die vol 'Elvarbankjes' zit houden we even pauze en praatjes.
Erg mooi. Daarna
lopen we via het landgoed Het Heihuis (een prachtige Beukenlaan) naar
de Maarnse Zanderij.
De Zanderij is een
plek met een bijzondere geschiedenis. Vlak langs de snelweg A12 ligt
een grote zandwinput die te bereiken is door een bijzonder lange en
steile trap naar beneden te lopen. Een ideale plek voor hardlopers om
hun 'gluteus maximus' te trainer, maar wat minder als je met een kinderwagen
naar beneden moet lopen. De Maarnse Zanderij is letterlijk een gegraven
litteken in de Utrechtse heuvelrug. Het is nu een aardkundig monument,
maar aan het begin van de vorige was de zandafgraving een bedrijvigheid
van vanjewelste. Zo'n 300 arbeiders een sleuf van 20 meter diep door
de heuvelrug zodat er een spoorlijn van het Westen van Nederland naar
Duitsland getrokken kon worden. Daarnaast was nog heel veel zand nodig
als bedding voor spoorlijnen door de lager gelegen veengebieden in Nederland.
Tussen 1902 en 1932 ontstond op deze plek een reusachtig rangeerterrein
voor treinen (het zand werd toen met de trein vervoerd). Bij de afgraving
van de heuvelrug, die in de ijstijd gevormd werd, kwamen ontzettend
veel zwerfkeien te voorschijn. Naast een zandwinning werd het ook een
dumpplek voor afgewerkte olie en ander troep. Tot slot kwamen er hoogspanningsmasten
in de zanderij te staan.
Als je nu op de
plek loopt, langs het kraakheldere water van de zandwinplas en de opgeschoten
frisse boompjes, vermoedt niet dat hier ooit een industriële gifplek
van vanjewelste lag. Het spoor is verdwenen, de gifgrond is afgegraven
en is in folie ingepakt, het enige dat de idylle verstoord is het langsrazende
verkeer van de A12 en de hoogspanningsmasten. Wij liepen dus de bijzonder
steile trap af naar de zandwinput. Op deze plek, die voor tien jaar
geleden nog een zandvlakte was, laat men de natuur haar gang gaan. Het
is mooi om te zien hoe snel de berkjes en eiken de hoogte in schieten.
De herfstkleuren van dit struweel en de achterliggende bosranden waren
werkelijk fantastisch. In het midden van de zandwinplas ligt het "Zwerfsteneneiland
van Maarn". Dit geologische monument is het levenswerk van o.a. de Maarnse
kunstenaar en spiritualist Peter Enter. Elvar heeft een rondleiding
geregeld door deze bevlogen mysticus. Op het eiland dat volgens Peter
Enter een bijzondere krachtplek vanwege aardse energievelden is, heeft
hij 800 zwerfstenen in de vorm van het kompasroos gerangschikt. In een
vlak ligt het graniet, in een andere het zandsteen, op nog een andere
omzettingsgesteente, en tot slot 'fluviatiele keien' zie met de rivieren
uit het zuiden aangevoerd zijn.
Heel bijzonder hoe
een kleine groep bijzonder gemotiveerde mensen (vrienden van het Zwerfsteneneiland)
zoveel mensen en middelen in beweging kan zetten om dit te realiseren.
Op aandringen van Wagenaar maakten we nog een mooie groepsfoto bij de
betonnen resten van de draaischijf voor treinen.
Onze route vervolgde
zich daarna via Stameren weer door de bossen. Hier had Elvar ons een
plek willen laten zien waarvan hij vermoedt dat het een heidense offerplek
was. Helaas dwingt de klok hem moeilijke beslissingen te maken, en we
lopen verder. We lopen wel over een prachtig heideveld waar een heel
bijzonder sfeer hangt, en langs Huis Stameren, dat ook wel 'Waai en
Braai' genoemd wordt. Te mooi om geen foto te nemen.
Onze tocht vervolgt
zich langs het prachtige Maarten Maartenshuis, waar toevallig ook Arianne,
Barbarossa en hun kleintje een kamer voor de nacht geboekt hebben. Daarna
spoedde onze tocht zich voort richting stenentafel in de prachtige Kaapse
bossen. Op een heuvel begroeid met prachtige beuken ligt bovenop een
blok een oude molensteen. Oude Doornse inboorlingen hebben Elvar verteld,
als er ergens een heidense offerplek geweest moet zijn, dan is het bij
de stenentafel.
Dat moet wel, gezien
de ligging en de vorm van het landschap. We slaan weer een stuk van
de geplande route over, en komen rond vijven aan bij bosrestaurant Sandenburg.
Daar heeft Elvar een uitgelezen locatie voor ons gereserveerd: de oude
gelagkamer! In deze prachtige voorkamer kwam vroeger de adel bijeen
na hun jachtpartij. Eindelijk kon ik het welverdiende eerste slokje
Brand bier nemen. In de gelagkamer hielden Axnot en ik (Boppo) een praatje.
Ik vertelde over de vorderingen van de vertaling van het boek "Die geistige
Welt der Germanen van Jan de Vries, over de bijzondere ring met runen
uit het Zweedse Forsa, die op de deur van een heidens heiligdom (Vi)
gezeten heeft, en over onze verhalenwedstrijd tijden het joelfeest.
Axnot hield een voordracht over een van de heidense draagbalken de rite/het
offer.
Gezelligheid kent
geen tijd, en voor we het wisten moesten we van onze reisleider weer
verder. We moesten nog een stevig eind wandelen langs lommerrijke landwegen
richting de Brasserie Rodenstein in Doorn waar we onze avondmaaltijd
zouden nuttigen. In geanimeerd gesprek raakten Gerard en ik achterop,
namen een verkeerde afslag, en de rest van onze groep was uit het zicht
verdwenen. Daar sta je dan in de inmiddels donker geworden bossen rondom
Doorn. Gelukkig zijn wij beiden gezegend met een onwaarschijnlijk goed
richtingsgevoel, en zonder veel problemen beenden we rechtstreeks naar
onze avondmaaltijd. De avondmaaltijd was heerlijk drie gangen menu.
Er was keuze uit vis of steak.
Heerlijk eten en
geanimeerde gesprekken volgden nog tot lang in de nacht. En toen ik
om tien uur weer in de auto zat, prees ik mezelf gelukkig dat ik zo'n
fijne groep heidenen ken waar ik enkele keren per jaar iets bijzonders
mee mag ondernemen.
Heidensche
groet Boppo
|